Wij zijn gewend op vakantie altijd een auto tot onze beschikking te hebben. We vinden het prettig om mobiel te zijn en veel te kunnen ondernemen. Natuurlijk plan je met een auto ook van te voren activiteiten in, maar je bent net iets flexibeler dan met het openbaar vervoer. Iets vergeten bij de supermarkt? Gauw even heen en weer. Toch naar het baaitje op een halfuur rijden? Hop, de auto in!
Het geeft ons in zekere zin de vrijheid die we op vakantie graag willen. Maar, en nou komt het, Curaçao is niet zo’n groot eiland. Het verkeer is er wat chaotisch en auto’s zijn diefstal- en inbraakgevoelig. Is een auto op het eiland dan wel echt nodig? Kunnen we niet af met de vele pendelbusjes die er op het eiland zijn? Voor ons was het simpele antwoord: nee. Wij zijn blij dat we een auto hebben gehuurd en zullen je uitleggen waarom.
Bij het Chogogo resort was een Albert Heijn op loopafstand. Echter, je betaalde daar best veel voor je producten. Op 5 à 10 minuten rijden kon je de Vreugdenhil supermarkt vinden. Een veel grotere supermarkt met daardoor ook een groter assortiment en iets lagere prijzen. Voor ons zeker de moeite waard om daar boodschappen te doen. Met de auto konden wij makkelijk voor een paar dagen boodschappen doen, ideaal. Vanaf Jan Thiel gaan er ook pendelbussen naar bijvoorbeeld Vreugdenhil, deze wachten dan een uur op je bij het parkeerterrein. Dus of je moet je lang vermaken in de supermarkt als je kleine boodschappen doet, of je moet je licht haasten als je op je gemak wil shoppen in een buitenlandse supermarkt.
Vooral het gemak dat een auto met zich meebrengt heeft ons ook op Curaçao over de streep getrokken. We hebben het hele eiland meerdere keren mogen bewonderen en zijn er elke dag op uit getrokken. De keren dat wij op het strand bij Jan Thiel hebben gelegen, zijn op één hand te tellen. We hebben bijna elke dag wel een ander strandje opgezocht. In de ochtend iets cultureels en in de middag lekker relaxen op een prachtig strand. Uiteraard is met Jan Thiel niets mis, maar het gevoel dat wij hebben mogen genieten van de vele strandjes die Curaçao rijk is, voegt toch net iets meer toe aan onze vakantie.
Wat betreft het verkeer op het eiland, dat valt allemaal best mee. Ja, je hebt te maken met een paar andere verkeersregels. En ja, ze rijden net even anders dan in Nederland. Maar nee, dit is absoluut niet de moeite waard om daarom dan maar geen auto te huren. Op Curaçao moet je rekening houden met drukke hoofdwegen, gaten in de weg en een andere rijstijl. Het is een kwestie van geven en nemen. Curaçaoënaars zijn over het algemeen heel relaxed in het verkeer. Ze willen er graag even tussen gelaten worden als het druk is. Steken dan hun hand naar je op of toeteren even kort om je te bedanken. Als je oplet in het verkeer en wat meer geeft dan neemt, is het prima rijden. Onze tip: download op Google Maps een offline kaart. Je komt dan werkelijk overal!
Eerder haalde ik al heel even gaten in de weg aan. Die zie je gauw genoeg. De wegen op het eiland zijn niet te vergelijken met die in het overgrote deel van Europa. Op sommige wegen moet je echt goed op de gaten in de weg letten, vooral richting Westpunt. Wat overigens nog leuk om te vermelden is: richting Westpunt was bij ons de weg weggehaald om opnieuw aan te leggen. Wij waren al bang om om te moeten rijden, maar nee hoor. De werklui laten je graag door om op de onverharde weg je weg te kunnen vervolgen. Iets wat je in Nederland niet gauw zult meemaken.
Wij hebben onze auto geboekt bij Check24. Een vergelijkingssite. Uiteindelijk kwamen wij terecht bij Avis en mochten we op pad met een witte Kia Picanto. Tip twee van onze kant is: onthoud je kenteken! Je zult niet de enige zijn met dit model en deze kleur… Wil je zonder creditcard kunnen boeken, kun je terecht bij SunnyCars.
Voor de benzinekosten hoef je het in ieder geval niet te laten. Benzine is bijna de helft goedkoper dan in Nederland. En als je geen waardevolle spullen of tassen zichtbaar in de auto achterlaat, hoef je je om inbraak ook niet zo zeer zorgen te maken. Natuurlijk, het zal gebeuren, maar de plekken waar wij zijn geweest waren nooit dermate uitgestorven dat we het gevoel hadden op een onveilige plek onze auto achter te laten.